Een afgeplat hoofd bij je baby kan je als ouder best doen schrikken. Je merkt misschien een platte plek aan de achterkant of aan één kant van het hoofdje en vraagt je meteen af wat er precies aan de hand is. Veel ouders komen hiermee in aanraking en gelukkig is het in de meeste gevallen onschuldig, maar het is wel belangrijk om te begrijpen wat er gebeurt.
Een afgeplat hoofd (ook wel plagiocefalie genoemd) komt vaak voor tijdens de eerste levensmaanden, wanneer het hoofdje van je baby nog heel zacht en vervormbaar is. De aanhoudende druk op éénzelfde plek, bijvoorbeeld door vaak in dezelfde slaaphouding te liggen, kan ervoor zorgen dat het hoofdje asymmetrisch wordt. Dat ziet er soms indrukwekkend uit, maar met de juiste informatie en tijdige begeleiding kan je meestal veel verbetering zien.
In deze blog leggen we stap voor stap uit wat een afgeplat hoofd precies is, hoe het ontstaat, hoe je het herkent en welke eenvoudige maatregelen je thuis al kan nemen. Zo weet je waar je op moet letten én wat je kan doen om je baby te helpen.
Wat is het afgeplat hoofd syndroom of plagiocefalie?
Het afgeplat hoofd syndroom, ook bekend als positionele plagiocefalie of misvormde plagiocefalie, is een veelvoorkomende vormafwijking bij jonge baby’s. Bij deze aandoening ontwikkelt het hoofdje zich niet overal gelijkmatig, waardoor er een platte plek ontstaat aan de achterkant of aan één kant van de schedel.
De oorzaak ligt meestal in druk die steeds op dezelfde plaats van het hoofdje komt, bijvoorbeeld doordat een baby vaak in dezelfde slaaphouding ligt of een duidelijke voorkeurshouding heeft.
Soms spelen ook medische factoren mee, zoals torticollis of gespannen nekspieren, waardoor het voor een baby moeilijk wordt om vrij naar beide kanten te draaien.
In de meeste gevallen is een afgeplat hoofd onschuldig en geeft het geen pijn of gezondheidsproblemen. Toch kan het op termijn wel cosmetische gevolgen hebben als het niet tijdig wordt aangepakt. Bij sommige kinderen kan de asymmetrie van het hoofdje invloed hebben op eten, drinken en in uitzonderlijke gevallen zelfs op de algemene ontwikkeling. Daarom is het belangrijk om de schedelvorm goed op te volgen tijdens de eerste maanden en tijdig advies in te winnen als je merkt dat de platheid toeneemt.
Oorzaken van afgeplat hoofd syndroom
Hoewel de precieze oorzaak van het afgeplat hoofd syndroom niet altijd duidelijk is, weten we dat verschillende factoren een rol kunnen spelen. Sommige baby’s ontwikkelen sneller een afgeplat hoofdje omdat hun schedel nog heel soepel is en gemakkelijk vervormt tijdens de eerste maanden. De meest voorkomende oorzaken zijn:
- Positie tijdens de slaap: Baby’s die, zoals aanbevolen om wiegendood te voorkomen, op hun rug slapen hebben meer kans op een afgeplat hoofd. De achterkant van het hoofd rust dan langdurig op de matras waardoor er geleidelijk een platte plek kan ontstaan. Ook wanneer een baby een duidelijke voorkeurshouding heeft en zijn hoofdje telkens naar dezelfde kant draait, ontstaat er sneller druk op éénzelfde plaats. Zo kan het hoofdje aan één kant asymmetrisch worden. In onze blog over de preventie van wiegendood lees je meer over waarom rugslapen belangrijk is en hoe je tegelijk de druk op het hoofdje zoveel mogelijk kan afwisselen.
Veilig slapen – verklein de kans op wiegendood
In deze blog krijg je alle tips rond veilig slapen bij baby’s. Waaraan moet het bedje voldoen? Mag inbakeren? Wat als de baby niet in zijn bedje slaapt?
- Vroeggeboorte: Vroeggeboren baby’s hebben een extra kwetsbare schedel. Hun botstructuren zijn nog zachter waardoor het hoofdje sneller vervormt. Bovendien liggen prematuurtjes in het ziekenhuis vaak langere tijd in dezelfde houding voor monitoring of medische zorg wat de kans op een afgeplat hoofdje vergroot.
- Strakke spieren in de nek: Wanneer de nekspieren gespannen zijn of wanneer er sprake is van torticollis kan je baby zijn hoofdje minder vrij bewegen. Daardoor kijkt of ligt hij vaker naar dezelfde kant wat extra druk geeft op dat deel van de schedel. Strakke nekspieren komen vaker voor dan ouders denken en worden soms pas later opgemerkt omdat een baby het in het begin subtiel compenseert met zijn lichaam.
Het identificeren van de symptomen van de aandoening
Het is belangrijk om de vorm van het hoofd van je baby in de eerste maanden goed te blijven opvolgen. Dit is de periode waarin het hoofdje nog heel soepel is en het snel kan veranderen onder invloed van druk. De meeste kindjes met een afgeplat hoofd ervaren geen pijn, maar soms kan er wel wat drukgevoel ontstaan op de plek waar de afplatting zit of kan de huid wat geïrriteerd raken.
Wanneer er sprake is van een afgeplat hoofd merk je vaak dat er op één specifieke plaats minder ronding zit of dat het hoofdje asymmetrisch lijkt. Bij sommige baby’s valt het vooral langs de achterkant op terwijl bij andere kindjes net de zijkant meer vervormd is. Dit zijn veelvoorkomende signalen die kunnen wijzen op plagiocefalie:
- een asymmetrische of ongelijke vorm van het hoofd
- duidelijk afgeplatte zones op de achterkant of zijkant
- een verschil in groei van het voorhoofd, de wangen of de achterzijde van de schedel
- moeite om het hoofdje vlot naar beide kanten te draaien
- verzet bij het liggen op de rug of op de buik
In ernstigere gevallen kunnen er ook andere symptomen voorkomen zoals problemen met eten of drinken en soms een lichte ontwikkelingsachterstand omdat de voorkeurshouding het bewegen beperkt.
Wanneer je één van deze tekenen opmerkt of twijfelt over de vorm van het hoofd van je baby neem je best contact op met je arts of met een gespecialiseerde kinesist. Hoe sneller je begeleid wordt hoe eenvoudiger het meestal is om verbetering te zien.
Inzicht in de oorzaken van het afgeplat hoofdje
Het afgeplat hoofd syndroom komt vooral voor bij pasgeborenen en jonge baby’s omdat hun schedel nog heel soepel is. In deze periode kunnen externe krachten het hoofdje makkelijk vervormen. De meest voorkomende oorzaak is langdurige druk op dezelfde plaats van de schedel. Baby’s die veel tijd doorbrengen in dezelfde houding, bijvoorbeeld tijdens het slapen of rusten, hebben daardoor meer kans op een asymmetrische vorm.
Sinds de aanbeveling om baby’s altijd op hun rug te laten slapen om wiegendood te voorkomen zien we een duidelijke toename in het aantal kinderen met een afgeplat hoofd. Rugslapen blijft de veiligste slaaphouding, maar het toont wel aan hoe belangrijk het is om overdag voldoende variatie in houdingen aan te bieden.
In zeldzamere gevallen kan een afgeplat hoofdje al bij de geboorte aanwezig zijn. Soms komt dit door een aangeboren afwijking zoals craniosynostose waarbij de schedelnaden te snel sluiten. Daarom is het altijd belangrijk dat een arts het hoofdje goed beoordeelt wanneer je twijfelt.
Ook dagelijkse gewoontes spelen een rol. Baby’s die veel tijd doorbrengen in autostoeltjes, wipstoeltjes of schommels krijgen minder kans om vrij te bewegen. Daardoor kan de druk op één plek toenemen. Te weinig buiktijd onder toezicht kan dit effect nog versterken. Buiklig stimuleert namelijk de ontwikkeling van de nekspieren en zorgt ervoor dat het hoofdje minder lang tegen een harde ondergrond rust.
Tips voor preventie en behandeling
Om een afgeplat hoofd te voorkomen of om bestaande afvlakking te verbeteren kan je als ouder heel wat doen in het dagelijkse ritme van je baby. Kleine aanpassingen maken vaak een groot verschil omdat ze de druk op het hoofdje beter verdelen en je baby stimuleren om verschillende spieren te gebruiken.
- Geef je baby elke dag voldoende tijd op de buik, altijd onder toezicht. Buiklig versterkt de nek en schouders en vermindert de tijd dat het hoofdje op een harde ondergrond rust. Veel baby’s vinden dit in het begin lastig, maar het helpt als je zelf gaat liggen en je baby op jouw borst legt. Door het contact en de nabijheid zal je kindje sneller moeite doen om omhoog te kijken en zo zijn spieren ontwikkelen.
- Tijdens speelmomenten in ruglig kan je de aandacht van je baby bewust naar de niet voorkeurskant trekken. Plaats speelgoed, muziek of jezelf aan die kant zodat je baby uitgedaagd wordt om zijn hoofdje te draaien en beide kanten evenveel te gebruiken.
- Probeer tijdens voeden en verschonen regelmatig van positie te wisselen. Kleine variaties zorgen ervoor dat je baby niet telkens op dezelfde manier ligt of kijkt en dat de druk op zijn hoofdje beter verdeeld wordt.
- Vermijd dat je baby lange tijd in een autostoeltje, wippertje of schommel zit. Deze hulpmiddelen zijn handig voor korte momenten, maar beperken de bewegingsvrijheid waardoor het hoofd sneller afplat.
- Let erop dat een draagzak geen druk zet op het achterhoofd. Een goede ergonomische draagzak ondersteunt het lijfje en laat het hoofdje vrij van druk.
- Wissel ook de positie van het wiegje of bedje af. Baby’s draaien instinctief naar licht en geluid, dus als je kindje telkens naar dezelfde kant kijkt kan het helpen om het wiegje anders te plaatsen.
- Wanneer je baby een duidelijke voorkeurshouding heeft kan begeleiding door een osteopaat of kinesist die gespecialiseerd is in baby’s enorm helpen. Zij werken gericht aan de mobiliteit van de nek en zorgen ervoor dat je baby zijn hoofd gemakkelijker naar beide kanten kan draaien.
- In sommige gevallen kan een behandeling zoals craniosacrale therapie of helmtherapie overwogen worden. Dit gebeurt altijd in overleg met een arts en is afhankelijk van de ernst van de afplatting en de leeftijd van je baby.
Speciale kussentjes waarbij het hoofdje in een uitsparing ligt raad ik af. Ze lijken handig, maar kunnen net zoals babynestjes het risico op wiegendood verhogen. In onze blog lees je waarom ik als slaapcoach het gebruik van babynestjes niet aanbeveel en waar je beter op let bij een veilige slaapomgeving.
Onze ervaring met Noélie
Bij onze oudste dochter merkten we heel snel hoe belangrijk het is om alert te zijn voor voorkeurshoudingen. Als newborn keek zij bijna altijd naar links, maar als kersverse ouders hadden we dat in het begin helemaal niet door.
Tijdens een consultatie bij Kind en Gezin wees de arts ons erop en dat was voor ons het moment om ons erin te verdiepen. We pasten onze manier van verschonen aan zodat ze automatisch naar de andere kant moest kijken en tijdens speelmomenten stimuleerden we haar om haar hoofdje actief naar rechts te draaien. We bezochten ook een paar keer een osteopaat die gespecialiseerd was in baby’s. Na enkele weken zagen we al duidelijk verschil en na een paar maanden was er niets meer van te merken.
Toen onze tweede dochter geboren werd waren we vanaf de eerste dagen extra waakzaam. Ook zij had een lichte voorkeurshouding maar omdat we intussen wisten waar we op moesten letten konden we dit heel snel bijsturen. De eenvoudige tips die we eerder toepasten maakten opnieuw een groot verschil.
Net omdat ik uit eigen ervaring weet hoe vaak een voorkeurshouding voorkomt en hoe onzeker je hiervan als ouder kan worden schreef ik deze blog. ☺️ Het geeft enorm veel rust wanneer je weet dat je met kleine aanpassingen al zoveel kan betekenen voor je baby. Ik hoop dat je met deze informatie en praktische tips opnieuw wat meer vertrouwen voelt om hiermee aan de slag te gaan. Als ouder sta je er niet alleen voor en het is helemaal oké om advies in te winnen wanneer je twijfelt of bezorgd bent.
Liefs
Nathalie